Gebruik de kracht van onkruid: verhoog de kwaliteit en verlaag de kosten van groene omgevingen

Bij het beheren van groene omgevingen wordt traditioneel vaak gekozen voor kwaliteitsbeheer, waarbij aan specifieke criteria moet worden voldaan. Denk aan regels die voorschrijven hoeveel onkruid er mag zijn, welke planten een plek mogen krijgen en hoe vaak er onderhoud nodig is. Op papier lijkt dit goed te werken: onkruid wordt verwijderd, de ruimte oogt netjes, en het onderhoud is controleerbaar. Dit zorgt voor een nette, uniforme uitstraling. Toch mist kwaliteitsbeheer vaak de belangrijkste doelen van een groene omgeving, zowel ecologisch als qua beleving. Dit kan anders en duurzamer. Hierover lees je meer in dit artikel!

De kracht van onkruid

De vraag naar extra groen is momenteel groot, bijvoorbeeld voor het herstel van biodiversiteit, het verminderen van hittestress en het opvangen van regenwater. Dit legt een extra druk op de beheerbudgetten. Steeds meer gemeentes en organisaties schakelen over naar een lager kwaliteitsniveau, zodat er meer onkruid in plantvakken mag blijven staan. Dat is mooi. Veel soorten onkruid, zoals paardenbloemen of brandnetels, spelen een cruciale rol in het lokale ecosysteem. Ze trekken insecten aan, verbeteren de biodiversiteit en dragen bij aan de bodemkwaliteit. Door het rigoureus verwijderen van deze planten kan een waardevolle ecologische functie verloren gaan.

Het belang van de beleving

Daarnaast speelt beleving ook een belangrijke rol binnen groene omgevingen. Wat traditioneel als ‘onkruid’ wordt gezien, kan voor omwonenden of bezoekers juist een aantrekkelijk onderdeel van de omgeving zijn. De meeste mensen vinden het fijner om in een natuurlijke, gebalanceerde groene omgeving te wonen of te werken, in plaats van een klinisch nette omgeving waar elk ‘afwijkend’ plantje storend is. Toch zal het toestaan van meer onkruid in de plantvakken alleen de ecologische en omgevingsdoelen bereiken als hier een goed doordacht plan achter zit. En daar ligt de kracht van belevingsbeheer.

Van kwaliteitsbeheer naar belevingsbeheer

Met belevingsbeheer wordt er gekeken naar de groene ruimte als geheel – als een orkest waarin de samenhang centraal staat. De richtlijnen van belevingsbeheer richten zich dan ook op de compositie en het praktische van het geheel, in plaats van op individuele planten of strikte regels. Er wordt niet gekeken hoe planten individueel presteren, maar hoe ze in combinatie met elkaar bijdragen aan een harmonieus geheel.

Als er bijvoorbeeld op een bepaalde plek paardenbloemen groeien, kan de rest van de beplanting hierop worden afgestemd, zodat dit samen mooi oogt. Door onkruid en spontane begroeiing een plek te geven in het ontwerp, stimuleren we de biodiversiteit en dragen we bij aan het herstel van de natuur. Bovendien wordt er minder ingegrepen, omdat er meer ruimte is voor spontane begroeiing, wat niet alleen beter is voor het milieu, maar ook voor de portemonnee.

Belevingsbeheer is goed voor de natuur, de mensen én de portemonnee

Belevingsbeheer vraagt om een bredere en creatievere aanpak dan kwaliteitsbeheer. Dit maakt het voor sommige gemeentes en organisaties lastig om toe te passen. Wij zien vooral de enorme kansen die belevingsbeheer te bieden heeft. Als pionier in belevingsbeheer hebben wij praktische en werkbare richtlijnen ontwikkeld om van deze aanpak een groot succes te maken. Al is het fundament van dit succes altijd een sterk partnerschap met onze klanten.

Benieuwd naar onze werkwijze en wat belevingsbeheer bijdraagt aan de groene ruimtes in jouw omgeving? Neem gerust contact met ons op!